Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [58]Laat hen voortbrengen en [59]ons verkondigen de dingen, die gebeuren zullen; [60]verkondigt [61]de vorige dingen, welke die geweest zijn, opdat wij [62]het ter harte nemen, en [63]het einde daarvan weten; of [64]doet ons de toekomende dingen horen. 58. Te weten uw valse goden en die hen aanhangen, hervoortreden en bewijzen dat zij goden zijn, hetwelk geschieden zal indien zij doen blijken dat zij toekomende en gepasseerde dingen weten. 59. Te weten mij den Heere en den gelovigen, die mij aanhangen. 60. Hier wendt de Heere zijne rede tot de valse goden, gelijk ook vs.23,24. 61. Dat is, welke zich tevoren hebben toegedragen. Anders: de eerste dingen, welke die zullen zijn; te weten in het toekomende. 62. Hebreeuws, ons hart te leggen, of te stellen; te weten daarop; dat is, dat wij met ons hart terdege daarop letten. 63. Dat is, opdat wij weten wat daarop volgen zal. 64. Dat is, vertelt ons de toekomende dingen.